De weg naar binnen

Ik breng stilte in mijn ziel

Ik breng stilte in mijn hart

Ik sluit mijn oren voor wat afleidt

Ik sluit mijn ogen voor wat bloeit

Ik sluit mijn hart voor aanvechting

Verstil mij, o Heer

zoals u de storm stilde.

Maak mij stil, o Heer

Bewaar mij voor het kwaad.

Laat al het tumult

in mij ophouden.

Onthul mij, Heer

in uw vrede.

Amen

Labyrint

We hoeven de weg naar God niet meer te zoeken.
We hoeven maar op te staan en te gaan lopen.
Augustinus

Het labyrint is een symbool voor de levensweg en heeft een eeuwenoude geschiedenis. Een labyrint is een bepaald soort verstrengelde weg, die oorspronkelijk in spiraalachtige lussen of meanders om een centraal kruis werd geconstrueerd. Het is een oeroude ruimte die onze innerlijke en uiterlijke levensreis symboliseert, en die plaats biedt aan onze sacrale kern. Een labyrint is een enkel pad dat de loper langs een aantal wendingen naar jet centrum leidt en weer terug naar buiten.

Labyrinten zijn wereldwijd verspreid. In de Oudheid vindt men ze als vloermozaïek, in Scandinavië als aaneen geordende stenen. In middeleeuwse kathedralen dienden deze Chemins a Jérusalem’ ter vervanging van een pelgrimstocht naar het Heilige Land, maar ook in kerken op de route naar Santiago worden ze veel aangetroffen. Het vloerlabyrint van de kathedraal van Chartres heft wel een doorsnee van twaalf meter, de weg die moet worden afgelegd is ongeveer tweehonderd meter.   

Mensen lopen het labyrint met een vraag, een droom, een mantra een gebed.  Je kunt het doen op moeilijke momenten in je leven, maar ook als een gewoon onderdeel van je dagelijkse levenspad.  In vrijwel alle gevallen brengt het je meer innerlijke rust, heling en acceptatie, een besef van verbondenheid ook.

Als je geen labyrint in de buurt hebt, kun je op internet ook vingerlabyrinten vinden.

Lectio divina

Je snuift ze op als parfum, je proeft ze als wijn. Je laat de woorden helemaal binnenkomen. Zo omschrijft de middeleeuwse monnik Cassianus de ervaring van lectio divina. Een manier van mediteren waarin je je verbindt met een tekst, met jezelf en met God. In het ritme van lectio, meditatio, oratio, contemplatio oefen je je in aandacht en ontvankelijkheid. Zoals al eeuwenlang in kloosters gedaan wordt.

Bron: website Dominicanenklooster Zwolle

De vier stappen van lectio divina.

  1. lectio Je leest de tekst langzaam, nauwkeurig en hardop een aantal keren, precies zoals het er staat. Je probeert de woorden echt te laten klinken en te horen, om ze te proeven, zeggen ze weleens. Je bent nog niet bezig met de uitleg, of wat het jou allemaal doet of niet, maar eerst eens gewoon goed lezen wat er staat, en hoe het er staat.
  2. meditatio Nu overweeg je de tekst, je mediteert erover, je onderzoekt welke kernwoorden erin klinken en hoe de context ervan is, en hoe het bij jou binnenkomt.
  3. oratio Vervolgens breng je je leeservaringen en alles wat er bij je bovengekomen is in een grotere ruimte, de ruimte van het gebed. Gebed heeft met je verlangen te maken. Je stelt je open voor hoe God zelf je wil aanspreken, voorbij aan wat je er allemaal zelf aan hebt bedacht. Je opent je voor creatieve inzichten, voor iets ´van de andere kant´. En je maakt jezelf beschikbaar voor de invloed van God.
  4. contemplatio is het moment dat er zo´n creatief inzicht binnenvalt, dat je voorbij je eigen grenzen en beperkte weten wordt meegenomen. Dat kun je niet organiseren, maar het kan je overkomen, als uitkomst van de weg die je bent gegaan in het lezen van de tekst.

En soms wordt daar dan nog een vijfde element aan toegevoegd: actio : de handeling. Je brengt de inzichten die je hebt gekregen, in praktijk. Want daar horen ze getoetst en gezuiverd te worden, steeds weer opnieuw.

Voorbeeld van lectio divina.

Jesaja 30: 15:

Dit zei God, de HEER,

de Heilige van Israël:

‘In rust en inkeer ligt jullie redding,

in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht.’

Maar jullie wilden niet.

  1. Lectio. lees de tekst langzaam en hardop door, minstens twee keer. Luister, merk op wat er met je gebeurt, wat gaat er door je heen als je dit hoort? Welk gevoel krijg je ervan? Welk woord springt eruit? Denk er niet over na maar merk het op.
  2. Meditatio. Wat wordt er bedoeld met rust en inkeer, denk je? Waaaraan moet je denken bij de zin of het woord dat eruit spring? Waar doet het gevoel dat je bij de tekst heb, je aan denken? Als je aan je eigen leven denkt: waar heb je momenteel geduld voor nodig? Waar vertrouwen? Wat doet die laatste zin met je? Waar denk je aan dan? Waarom ligt er kracht in rust, inkeer, geduld, vertrouwen?
  3. Oratio. Luister nog eens naar de tekst en laat het een gebed voor je worden. Zet de dingen die in je meditatie bij je boven kwamen, om in een gebed. En wees dan een tijdje stil.
  4. Contemplatio. En misschien valt er zomaar iets bij je binnen, een woord, een inzicht, een diep gevoel. Of niet – maar blijf dan een tijdje in alle stilte in een houding van toewijding en aanbidding aan de Ene die ons verstand te boven gaat.

Bron: Website Sporen van God